De wekker gaat af. Al voor de 3e keer. Nu moet je er écht wel uit. Vooruit, snel opstaan nu zodat je toch nog dat ene momentje van rust hebt voor de rest van het gezin op is. Ook al voel je je nog zo moe en vraag je jezelf af hoe je in godsnaam de hele dag door moet geraken.
De namiddag staat in het teken van het gevecht tegen de energiedipjes. Je valt bijna letterlijk in slaap achter jouw computer. Het enige waar je aan kan denken is koffie, véél koffie, om je werk toch maar op tijd klaar te krijgen.
Op weg naar huis stop je nog snel even in de winkel. Stiekem weet je maar al te goed dat een verse maaltijd de beste keuze is voor jou en je gezin. Alleen heb je vandaag echt de fut niet om dit allemaal klaar te maken. Weeral niet.
Je hebt nog eens afgesproken met je vriend(inn)en. Elkaar eindelijk nog eens terugzien, alleen vind je de energie niet om je hiervoor klaar te maken. “Zou ik toch maar beter afbellen en zeggen dat er iets is tussengekomen?” Je zou zoveel liever gewoon in de zetel ploffen.
De weekends staan vooral in het teken van taxi spelen om de kids naar de hobby’s te brengen, het huishouden bij te werken en bij je ouders langs te gaan. Weg tijd voor jezelf, weg tijd om te recupereren. De vermoeidheid begin je steeds meer te voelen aan je lijf: hoofd- en nekpijn, darmklachten, ontstekingen. Om nog maar te zwijgen van het kort lontje dat je de laatste tijd hebt.